Port

Port en de Douro
Port wordt gemaakt in de Douro-vallei, in het noorden van Portugal. De wijngaarden liggen op steile terrasvormige hellingen langs de rivier de Douro die het gebied van oost naar west doorkruist. In het Douro gebied staat een veelheid aan druivenrassen aangeplant, met name tinta roriz, tinta barroca, touriga francesa en touriga nacional, dé druiven voor port.

Hoe wordt port gemaakt.

Eerst wordt er een ‘gewone’ stille wijn gemaakt. Dat gebeurt echter op een speciale manier. Het is namelijk de bedoeling zoveel mogelijk kleur en aroma’s aan de schillen te onttrekken. Dat doet men door de druiven ‘met de voeten te treden’. De hele trossen worden na de oogst in grote stenen bakken, de zogenaamde lagares, verzameld. Gedurende minimaal twee uur lopen mensen op hun blote voeten en arm in arm in een ritmisch tempo door de lagares waardoor de druiven op een zachte manier openbarsten en de schillen hun kleur afgeven aan het sap. Opzwepende muziek zorgt er mede voor dat het werk in de Lagares wordt volgehouden. Er zijn wijnhuizen zie hiervoor een modern mechanisch systeem hebben aangeschaft. Ook zijn er wijnhuizen die beiden gebruiken: de lagares voor hun top-ports en het mechanische systeem voor de eenvoudigere.

Een versterkte wijn.

Na dit proces (en soms al tijdens) komt de gisting op gang. Die gisting wordt gestopt door toevoeging van brandy als nog niet alle suikers door de gistcellen zijn opgesnoept. Daardoor is port bijna altijd zoet. (Een uitzondering is de Dry White, die gist langer door en is dus droger). Als de gisting gestopt is wordt de jonge wijn opgeslagen tot besloten wordt hoe hij verder door het leven zal gaan. De druiven voor port groeien dan wel landinwaarts, de grote lodges (‘wijnkelders’) waar ze worden opgeslagen liggen in de havenstad Vila Nova de Gaia, tegenover Oporto. Daar is het, door de koele wind van de Atlantische Oceaan, minder heet, wat beter is voor een langzame rijping van de port.

Toont alle 6 resultaten

Toont alle 6 resultaten