Carignan

De blauwe druif Carignan heeft niet zo’n beste reputatie. En dat heeft alles te maken zijn wilde verleden. Carignan was ooit de meest aangeplante druif van Frankrijk. De opbrengsten waren enorm, de wijnen goedkoop. Voor een tijdje was zowel de wijnboer, als de wijndrinker gelukkig. Maar de wijndrinker kreeg smaak en de goedkope wijn smaakte ineens toch niet zo goed…

Rond 1990 gingen de helft van de wijngaarden daarom op de schop. De boeren die nog wel met deze druif werkten begonnen met snoeien – minder druiven is meer smaak – en blenden. Want de ruwe tannines van Carignan en de hoge zuurgraad combineren goed mét Grenache en Syrah.

Deze druif wordt dus veel gebruikt als enigszins goedkope vulling in blends. Toch zijn er tegenwoordig weer een paar wijnmakers die het aandurven met enkel Carignan in de fles. Ze maken een mono-cépage van oude wijnstokken die flink onder handen genomen worden. Het resultaat is een zachte, frisse rode wijn met veel rood fruit.

Waar groeien carignan druiven?

Deze druif houdt van stevig zonnebaden en doet het goed in Zuid-Frankrijk. Maar ook in Spanje, Italië en zelfs in Marokko en Tunesië vindt je deze druif. De beste exemplaren druiven vind je in Sardinië, een oververhit eiland in Zuidwest-Italië waar oude stokken ‘Carignano’ heerlijk rijp staan te worden.